Terugblik op Rondje Atlantic
Ruim een maand geleden heb ik het Rondje Atlantic voltooid. Tijd voor een terugblik.
Wat me verbaasd heeft, is dat het zo weinig moeite kost om in Nederland de draad weer op te pakken. Na enkele dagen is het alsof ik niet weg geweest bent, net als na een ‘gewone’ vakantie. Nu, een maand later, moet ik mezelf zo nu en dan bevestigen dat het echt waar is – een jaar op reis geweest met eigen boot en twee maal de oceaan over gevaren. Ben ik dan nog niet lang genoeg weg geweest, kun je je afvragen, of zit Nederland zo diep geworteld in mijn systeem?
Het is niet zo dat ik geen verschil zie. Op mijn werk zitten we in een geheel nieuw gebouw met heel veel glas en de omgeving is ook ingrijpend onder handen genomen. Keurig netjes, de welvaart straalt er vanaf, alleen zo jammer dat het personeel het niet prettig vindt als werkplek. Maar wat me vooral opvalt is dat het leven in Nederland zo gehaast is en dat ik daar zelf in no-time in wordt meegezogen. Dat staat me tegen. Als je in het zuiden in de rij staat voor de kassa van de supermarkt, dan neemt de kassière alle tijd voor een praatje met degene die aan de beurt is en ze begint pas met de volgende klant als de eerste klant alles op haar gemak heeft ingepakt. In Nederland moet je snel je boodschappen inpakken anders worden ze bedolven onder de razendsnel gescande boodschappen van de volgende klant. Zo zijn er vele voorbeelden. Mij is afgeraden om auto te rijden in sommige verre landen. Maar ik kan je verzekeren dat het verkeer in Nederland een stuk hectischer is, door het ongeduld van de mede-automobilisten.
En wat ik nu mis is de warmte van de zon. Ik zweet heel veel liever dan dat ik koude voeten heb.
Mensen vragen me vaak wat het mooiste is wat ik gezien heb. Daar heb ik geen antwoord op. Elk land dat ik bezocht heb heeft zijn eigen charme en het is juist de veelheid aan indrukken die de reis tot zo’n fantastische belevenis heeft gemaakt. Natuurlijk heb ik genoten van mooie landschappen, maar de kleurrijke chaos van Afrika heeft een meer blijvende indruk op me gemaakt. De indrukken die me het het meest dierbaar zijn, zijn die uit de minder welvarende landen. De geur (of zo je wilt stank) van Dakar; de rust van de mangroves en de vogelrijkdom van Gambia in combinatie met de kleurrijke (over)bevolking; de pure eenvoud en het droge, ruige landschap van de KaapVerden; Nederlands kunnen spreken in het verre Suriname met zijn uitbundige natuur. Als ik het Rondje Atlantic ga herhalen, dan blijf ik langer in die contreien en minder lang in de toeristische Caraïben, hoe mooi ze ook zijn.
Mensen vragen me ook of ik me niet onveilig heb gevoeld. Het antwoord is: nee, nooit. Ik heb bijna uitsluitend vriendelijke mensen ontmoet. Natuurlijk zitten daar in arme landen vaak mensen tussen die je als een wandelende portemonnee zien, maar dat neemt niet weg dat ze vriendelijk zijn als het tot een gesprek komt. De sociale controle op ankerplaatsen is vaak groot, niet alleen van de andere ankeraars, maar zeker ook van de lokale bevolking. Dat laatste heb ik vooral ervaren in Gambia bij Lamin Lodge, waar ik bijzonder plezierig contact had met de locals die daar diensten leveren aan de gasten, zoals het aanleveren van drinkwater, het doen van de was of het begeleiden van een vogelexcursie.
Lastig waren de ‘boat boys’ op een aantal Engelstalige Caraïbische eilanden, die je koste wat kost tegen betaling een mooringlijn willen aanreiken, ook als je jezelf heel goed kunt redden. Daar ben ik nooit op ingegaan; betalen voor een dienst die ik nodig heb doe ik met liefde, maar niet voor een brutaal opgedrongen dienst waar ik niet om gevraagd heb.
De enige ervaring met kleine criminaliteit heb ik gehad in Suriname, waar mijn telefoon uit mijn zak is gejat in de rij van de supermarkt. Later heb ik hem van de dief terug kunnen kopen, maar dat is een verhaal op zich 🙂
Het lijkt een hele onderneming, het varen van een Rondje Atlantic. Maar ik heb het als niet moeilijker ervaren dan een zomervakantie naar de Oostzee. Wat het moeilijkste is, is de drempel overstappen om er aan te beginnen. Als je eenmaal onderweg bent, dan leef je van dag tot dag in je kleine, eenvoudige wereld.
Voorafgaand aan de tocht kun je jezelf gek maken met gedachten over “wat als”. Wat als de verstaging het begeeft of het roer kapot gaat; wat als het drinkwater opraakt en er geen havens zijn; wat als ik ziek word? Zodra je de trossen los hebt gemaakt wordt “wat als” vervangen door “wat is”, en meestal is er helemaal niets om je druk over te maken maar zijn er juist leuke oplossingen voor alledaagse probleempjes. Zo is het aan boord krijgen van drinkwater in Afrika eerder een leuke belevenis dat een kopzorg.
Natuurlijk gaat er wel eens wat mis wat je wel zorgen baart, maar dat kan meestal ter plekke opgelost worden. Een haperende motorbediening werd door een lokale mecanicien op Sint Lucia gerepareerd; voor een verloren bril had ik gelukkig een reserve bij me. Zo ook bij anderen – problemen die ze tegenkwamen konden vrijwel altijd opgelost worden zonder slapeloze nachten. Zelfs de Hanse die met alleen nog de hoofdwanten intact in de Caraïben aankwam – onderwant en tussenwant waren geknapt – voer twee weken later weer vrolijk rond met nieuwe verstaging. Het meest ernstige wat ik van mede-zeilers heb gehoord is dat iemand is overvaren door een speedboot. Maar ja, dat kan je ook in Nederland gebeuren. Het gaat trouwens weer goed met hem. En ik heb gehoord over een boot die (onbemand) is losgeraakt van een mooring en op de rotsen is geslagen. Dit was te wijten aan een onkundige manier van vastmaken en zou dus makkelijk te voorkomen zijn geweest.
Dat laatste voorbeeld geeft wel aan dat je natuurlijk over een behoorlijke basiskennis en over gezond verstand moet beschikken om de onderneming tot een succes te maken. Daarnaast moet je fysiek in orde zijn. En uiteraard moet je zorgen dat je boot in orde is.
De boot heb ik in orde gemaakt met nieuwe zeilen ter vervanging van de 15 jaar oude; ruim bemeten zonnepanelen in combinatie met een nieuwe Lithiumfosfaat accu; 60 meter ankerketting en diverse kleine aanpassingen. Essentiële onderdelen heb ik preventief onderhoud gegeven, zoals de stuurautomaat en de motor. Het onderhoud waar ik onderweg het meeste last van had, was het verwijderen van aangroei. Misschien is het het beste om halverwege de tocht de boot op de kant te zetten voor een nieuwe laag antifouling.
Over het zeilen heb ik het nog niet eens gehad. Dat is natuurlijk wel een belangrijk onderdeel van een Rondje Atlantic, maar voor een enigszins ervaren zeiler geen probleem. Als je eenmaal zuidelijk genoeg bent is de route er een met grotendeels stabiel weer en wind uit een gunstige richting. Soms is er te weinig wind en soms is er een bui met te veel wind, maar echte problemen levert dat niet. In de meeste buien kon ik de wind zonder te reven de baas door voor de wind weg te lopen, al zaten er ook wel een paar tussen waar ik me op verkeken heb. In de Caraïben vaar je meestal gereefd in een constante wind; leuk zeilen en niet moeilijk. Bij de Canarische eilanden ervaar je de trechterwerking tussen de eilanden in de “acceleratie zones”, waar de wind binnen een paar honderd meter kan toenemen van windkracht 3 naar windkracht 7. Als dat te veel is: even terugvaren en reven.
Zeiltechnisch het lastigste is de terugweg van de Caraïben via de Azoren naar Europa. Je moet noordelijk genoeg varen om uit de passaatzone te komen en de zuidwestenwinden op te pakken, maar dat betekent tegelijkertijd dat je de fronten van depressies over je heen kunt krijgen en als je pech hebt de kern van een depressie. Daar ben ik steeds alert op geweest en ik ben in totaal voor een viertal depressies zuidelijk gebleven tot het front gepasseerd was, met dank aan de gribfiles via de satelliettelefoon. Dat leverde toch nog wind op van 30 knopen of daarboven, maar heeft met wind van 40 knopen of meer bespaard.
Tot slot: het smaakt naar meer. De drempel is nu laag en ik zal vol vertrouwen aan een volgende reis beginnen.
Welkom terug! Leuk om een keertje bij te praten! In Arnhem of in Utrecht bij BIJ12?
Met vriendelijke groet, Fons Koomen
Proficiat ! Heb alles prima kunnen volgen tijdens je reis.
Zo waar!
Wij hebben hetzelfde ervaren bij terugkomst in NL.
Het valt alleen zo moeilijk uit te leggen aan degenen, die niet dezelfde ervaring hebben als wij.
In NL is alles zó prima geregeld en georganiseerd , dat hier de menselijke maat vergeten wordt.